AANBOD EDUCATIE
Educatie is het krachtigste wapen om de wereld te veranderen.
– Nelson Mandela
e stellen ons ten doel om alle kinderen, ongeacht hun achtergrond of thuissituatie, te leren dat creativiteit bij hen hoort en hen veel te bieden heeft. We stimuleren hen om vrij te denken, te experimenteren en te vertrouwen op hun competenties.
Wij gaan uit van gelijkwaardigheid; wij hoeven hen als volwassenen niets van bovenaf uit te leggen; we hoeven slechts de omstandigheden te optimaliseren: de juiste omgeving voor te bereiden en de juiste materialen aan te bieden voor hun creatieve proces. Verder hoeven wij dat proces niet te sturen. Integendeel: vaak staan kinderen dichter bij de bron van creativiteit dan volwassenen. Kinderen hebben tal van mogelijkheden om zich te uiten. Wij hoeven hen slechts de vrijheid geven om dat te doen en zich zo te ontwikkelen tot autonome mensen die overtuigd zijn van hun eigen waarde.
Bij rondleidingen in de exposities nodigen we kinderen uit vrij te associëren en een eigen mening te vormen. Er zijn daarbij geen ‘goede’ of ‘foute’ antwoorden.
Soms zitten kinderen vast in patronen; bijvoorbeeld dat hun tekeningen ‘mooi’ moeten zijn, of ‘moeten lijken’. Wij werken altijd oordeelvrij en leggen de focus op het proces in plaats van op het resultaat. We willen kinderen leren dat zij de baas zijn over hun eigen creatieve ontwikkeling. Onze focus op het proces kan hen helpen meer (of weer) plezier te hebben in het uitoefenen van creativiteit, zodat ze hier in bredere zin de vruchten van kunnen plukken.
We zoeken nadrukkelijk aansluiting bij basis- en middelbare scholen in Amsterdam, bijvoorbeeld door onze ateliers ook aan te bieden voor CKV-lessen van scholen zelf. Zij kunnen dan gebruikmaken van onze materialen, faciliteiten en kennis.
EDUCATIEVE MOGELIJKHEDEN
Concreet bieden we de volgende educatieve mogelijkheden aan:
Klassenbezoek | basisonderwijs | naschoolse opvang
Basisscholen of organisaties voor naschoolse opvang kunnen met een of meer klassen (of groepen) het Kinderkunstmuseum bezoeken. Zo’n bezoek in klassenverband duurt twee uur. De klas krijgt een rondleiding door de expositieruimtes van het Kinderkunstmuseum, waarbij een Kinderkunstmuseum-pedagoog (‘atelierista’) in dialoog gaat met de kinderen en zo veel mogelijk inspeelt op hun interesses. Zo proberen we nieuwsgierigheid, individuele creativiteit en kritische burgerzin te stimuleren. Na de gezamenlijke rondleiding werken de kinderen in kleine groepjes van 6 tot 8 deelnemers in een atelier, onder begeleiding van de atelierista. De activiteit is altijd afgestemd op de leeftijd van de kinderen. De leerkracht of pedagogisch medewerker kan deelnemen aan de activiteit of deze vastleggen in woord en beeld (‘documenteren’).
Groepsbezoek kinderdagopvang
Ook kinderopvangorganisaties kunnen een bezoek aan het Kinderkunstmuseum brengen, inclusief een ochtend in het atelier. Dit kan al met kinderen vanaf 2 jaar oud. Voor de kinderen van 2 tot 4 jaar oud bieden we verschillende pakketten aan, op het gebied van zintuiglijke ervaringen, creativiteit en spel. We werken hiervoor samen met onze samenwerkingspartner van Atelier in een koffer, die voor deze leeftijdsgroep het Kriskrasatelier aanbieden.
Daarnaast hebben we een belevingsruimte waar kinderen worden uitgenodigd tot vrij spel. Pedagogisch medewerkers kunnen hier inspiratie opdoen; we laten zien je een uitdagende voorbereide omgeving met open-einde-materiaal maakt en kinderen op een niet-sturende manier uitnodigt tot spel en creativiteit.
Workshops met hedendaagse kunstenaars
We werken anders dan andere kunstmusea, waar kinderen vaak eerst een rondleiding krijgen door een tentoonstelling en vervolgens zelf aan de slag gaan ‘in de stijl van’. Wij keren dit proces om. We laten de kinderen eerst zelf werken in onze ateliers, zodat ze vrij van voorbeelden aan het werk kunnen. Deze ateliers richten we wel in volgens de werkwijze van de betreffende kunstenaar, die krijgt dus wel zijn/haar/hun signatuur. Het atelier krijgt op die manier een eigen pedagogische kracht, die uitnodigt om het experiment aan te gaan.
We onderzoeken samen met de kunstenaar hoe we zijn/haar/hun strategieën (werkwijze) kunnen vertalen naar de inrichting van een van de ateliers. Het gaat dan om vertrekpunten die de kunstenaar gebruikt om tot nieuw werk of inspiratie te komen. Dat kan bijvoorbeeld een bepaalde vraag die de kunstenaar zichzelf altijd, of het gebruik van bepaalde materialen of gereedschappen of een verzameling van ideeën of voorwerpen. De kinderen gaan vervolgens zelf aan de slag in dat atelier, onder begeleiding van onze kunstpedagogen.
Pas daarna bezoeken de kinderen de tentoonstelling van het werk en het proces van de betreffende kunstenaar. Ze zullen daar strategieën herkennen (‘He, die doet mij na! Of: ‘Dat doe ik ook altijd!’) en zo ervaren dat hun creatieve proces even valide is als dat van een gevestigd kunstenaar. De kinderen leren hierdoor te vertrouwen op hun eigen bron van creativiteit: ook zíj́ zijn in staat hun nieuwsgierigheid te volgen, te experimenteren en zo tot iets te komen. In die zin zijn ze gelijkwaardig aan de kunstenaar.
We vragen iedere kunstenaar zijn of haar proces zichtbaar te maken voor de kinderen in een document; bijvoorbeeld in een film, een beeldend verslag of door er live over te vertellen. Die focus op het maakproces geeft de kinderen inzicht in het zoeken, het experimenteren, het maken van keuzes, het feit dat je soms veel moet oefenen, maar ook in het plezier van het maken. Zo leren ze dat uitproberen en doorzettingsvermogen belangrijke factoren zijn om tot iets nieuws of tot persoonlijke groei te komen. De kinderen zien hierdoor dat een kunstwerk niet zomaar ontstaat en dat ook een professioneel kunstenaar een weg aflegt voordat het kunstwerk klaar is. De kinderen ervaren zo dat ze veel raakvlakken hebben met kunstenaars, die net als hen nieuwsgierig en competent zijn en keer op keer iets nieuws proberen. Zo leren de kinderen te vertrouwen op hun eigen bron van creativiteit: ook zij zijn in staat hun nieuwsgierigheid te volgen, te experimenteren en tot iets te komen.
BVO/CKV-lessen
Scholen in het basis- en voortgezet onderwijs kunnen hun kunstonderwijs gedeeltelijk of geheel uitbesteden aan het Kinderkunstmuseum of gebruikmaken van onze faciliteiten, al dan niet ondersteund door onze museumdocenten. Basisscholen kunnen hun beeldende vorming en ontwikkeling-lessen (BVO) uitbesteden en middelbare scholen hun culture en kunstzinnige vorming-lessen (CKV).
Toonlokaal
Onze ateliers zijn ingericht met volledig door onszelf ontworpen meubilair, dat kinderen uitnodigt tot zelfstandig ontdekken en hen ondersteunt in hun creatieve proces. We beschouwen de ruimte als een sterke pedagogische invloed, en de meubels zijn daar een belangrijk element in. De ateliers in het museum doen dan ook dienst als ‘toonlokalen’. Professionals in het (kunst)onderwijs, de kinderopvang, bibliotheken, (kinder-)boekhandel et cetera kunnen hier inspiratie opdoen. Ook kunnen ze de meubels zelf aanschaffen; in samenwerking met een lokale meubelmaker zetten we een productlijn van educatieve meubels op.
Educatie van onderwijsprofessionals en studenten
Het Kinderkunstmuseum zet haar expertise graag in om docenten, onderwijsprofessionals en studenten te ondersteunen bij het ontwikkelen van een visie op cultuureducatie of de invulling van een schoolplan op het gebied van beeldende kunst. Daarnaast zetten we in op het ontdekken van de eigen creativiteit.
We bieden interactieve rondleidingen in het museum voor groepen docenten en studenten van de lerarenopleiding. Het Kinderkunstmuseum wil toekomstige en huidige leerkrachten graag inspireren door hen te tonen dat je ook kunt leren door zelf op ontdekking te gaan; dat je van spel en ervaring heel veel kunt opsteken, en dat kunst en cultuur aanleiding kunnen zijn voor tal van vakoverschrijdende activiteiten.
Het museum is een creatieve leeromgeving, waar veel ideeën uit te putten zijn voor de klaspraktijk, zowel op het vlak van inrichting als op dat van educatieve materialen en activiteiten. We nodigen leerkrachten en studenten uit één dagdeel de diverse ateliers te verkennen en zelf een aantal activiteiten en materialen uit te proberen. Nadien zoeken we samen met hen naar een mogelijke vertaling naar hun eigen klassenpraktijk, met name op het gebied van gelijkwaardige communicatie en interactie, en wat betreft de voorbereide omgeving.